METHODE ‘TAAL MET EEN BEELDVERHAAL’ 

                                                                     DE BEELD-TAALLESSEN  

 

 

Voorlezen aan kinderen is belangrijk, om hun woordenschat te vergroten en hun fantasie te prikkelen.

Gebleken is dat woorden beter blijven hangen bij kinderen als er beeld bij getoond wordt.

Daarom hebben wij beeldtaallessen ontwikkeld waar we het beeld niet alleen koppelen aan

het woord maar ook verdergaande associaties aanreiken.

De doelgroep is groep 4, 5, 6 en 7 van het Primair Onderwijs.

 

In de beeldtaalles wordt eerst een beeldverhaal, dat door Míkeleko getekend en geschreven is,

voorgelezen met een PowerPoint-presentatie per digibord/beamer.

Na het voorlezen van het beeldverhaal worden een aantal woorden die in het verhaaltje

voorkomen behandeld.

Hierbij worden ook synoniemen voor die woorden gegeven.

Tevens worden uitdrukkingen en enkele spreekwoorden erbij betrokken zodat het associatief

denken nog extra gestimuleerd wordt.

 

Elk kind krijgt een mapje in bezit, waarin alles wat behandeld is, staat opgeschreven.

Bovendien is er bij die tekst veel beeldmateriaal waaronder tekeningen uit het voorgelezen

verhaaltje, toegevoegd.

 

In de tekstbehandeling wordt de diepte ingegaan met de taal:

Uitdrukkingen als ‘je oog laten vallen op’,  ‘in de steek gelaten worden’ of ‘zich nestelen’ worden

zowel letterlijk als figuurlijk uitgelegd met sprekende tekeningen erbij.

Moeilijke woorden worden opgesplitst, waar dat mogelijk is, zodat zo’n moeilijk woord

beter begrepen wordt.

Soms wordt ook gekeken waar een woord vandaan komt en dat wordt verwerkt in de taalles.

Kinderen vinden dat leuk en taal wordt dan een soort puzzeltje.    

Spelenderwijs, met veel verhaal en beeld, krijgen de kinderen zo op een inspirerende manier

een grotere woordenschat waarbij het begrijpend lezen ook meegenomen wordt.

 

                                                 HET “WATWEETJENOG”- VRAGENLIJSTJE                      Tekstvak:

  

Achteraf kan de leerkracht de beeldtaalles nog eens onder de aandacht brengen van de kinderen,

door hun het “watweetjenog”- vragenlijstje te laten invullen. 

Eventueel kan de leerkracht het verhaaltje nogmaals voorlezen.

Dit ‘watweetjenog’- vragenlijstje, dat de leerling moet invullen met behulp van het uitgedeelde mapje,

is niet bedoeld als een serieuze ‘overhoring’.

De bedoeling van ‘watweetjenog’ is, dat de kinderen nogmaals hun mapje doornemen en de woorden,

uitdrukkingen en spreekwoorden weer eens onder ogen krijgen. En wel, in een ongedwongen sfeer.

‘Watweetjenog’ is een extra geheugenprikkel, ook omdat het kind bij het invullen van de vragen

de behandelde woorden en uitdrukkingen moet opschrijven.

Hierbij moet het kind tevens aandacht geven aan de spelling.

  

                                                                                                                                         EPSON scanner image

                                                                          TEKENOPDRACHT

                                                       

In de sfeer van de beeldtaalles heeft Míkeleko bij elke taalles een tekenopdracht bedacht, om

hun fantasie nog meer te prikkelen.

Deze tekenopdracht kan de leerkracht in een ‘verloren uurtje’ gebruiken, om de leerlingen

even creatief bezig te laten zijn.

                                                                                                                                                                       huisje blauwwit    

                                                               Míkeleko ©